Home / Interviews / Een interview met Krijn ter Braak, Peter te Nuyl en J.J. Voskuil

Het Bureau - Hoorspel

VPRO-gids, 3 mei 2004.

Een interview van Lokien de Bie.

Regisseur Peter te Nuyl en acteur Krijn ter Braak bewerkten Het Bureau, het kantoor-epos van J.J. Voskuil, tot wat de omroepgeschiedenis in zal gaan als de langstlopende hoorspelserie. Twee jaar lang, 474 afleveringen in totaal, kan de luisteraar doorbrengen in de wereld van Maarten Koning. Een gesprek met de makers en commentaar van Voskuil zelf.

Wie van beiden op het gouden idee kwam weten ze niet meer. Gouden ideeën zijn er eenvoudigweg ineens. Opera-, theater- en radioregisseur Peter te Nuyl: “De eureka-gedachte was er op een ochtend in de zomer van 2001." Acteur en televisiemaker Krijn ter Braak: "We ontdekten dat het zeven delen tellende epos Het Bureau van J.J. Voskuil uitstekend geschikt zou zijn voor een hoorspel. Die boeken bestaan voor meer dan de helft uit fantastische dialogen." Het idee werd ingediend bij de zenderredactie Radio 1/747 AM en opgepakt door de NPS. Te Nuyl: "En dan begint een ongelofelijk lange weg, vol beren, bomen en olifanten, maar we waren ervan overtuigd dat het zou lukken."

Peter te Nuyl Peter te Nuyl

Eerst moest toestemming gevraagd worden aan schrijver Voskuil. Te Nuyl: "Hij vond het alleen goed als we alle zeven delen tot hoorspel wilden bewerken, wat gelukkig precies onze bedoeling was. Ik denk stiekem dat hij die voorwaarde stelde in de hoop dat het dan wel niet door zou gaan en hij er vanaf was." De moeilijk benaderbare schrijver geeft inmiddels veel medewerking. Ter Braak: "Hij leest alle scripts, levert commentaar en schrijft af en toe een paar zinnetjes erbij."

Het Stimuleringsfonds was bereid het overgrote deel van de kosten (1,5 miljoen euro) voor haar rekening te nemen, de NPS levert zendtijd en de rest. Het resultaat is verbazingwekkend: een integrale bewerking van Voskuils omvangrijke roman tot mega-hoorspel van 474 afleveringen. Door de NPS in twee jaar op de radio uitgezonden, waarmee Het Bureau - als alles goed gaat - de Nederlandse omroepgeschiedenis zal ingaan als de langstlopende hoorspelserie.

Maar zover is het nog niet, ten tijde van dit gesprek zitten beide makers, die al eerder gezamenlijk Ovidius' Metamorfosen tot 19 uur radiohoorspel bewerkten, op een strak schema van script schrijven, opnemen en monteren. Inmiddels zijn meer dan 120 afleveringen van Het Bureau op band gezet. Wat betekent dat Te Nuyl (bewerking en regie) en Ter Braak (bewerking en hoofdrol) gestaag moeten doorwerken, om tot 5 april - het moment waarop de serie gaat lopen - een ruime voorsprong te houden. Ter Braak: "Nee, met vakantie kunnen we voorlopig niet."

Krijn ter Braak Krijn ter Braak

Iedere dialoog uit Het Bureau, het ongeëvenaarde kantoorepos over de belevenissen van wetenschappelijk ambtenaar Maarten Koning op het P.J. Meertens Instituut voor Volkskunde in Amsterdam, wordt ten gehore gebracht Te Nuyl: "De dialogen van Voskuil zijn van een unieke kwaliteit. Pinter-achtig, Voskuil is voor mij de Pinter van Nederland: Ter Braak: “En vaak zeer humoristisch: De prozateksten in de boeken gebruiken de bewerkers als regie-aanwijzing voor het acteren en de geluidsvormgeving.

Voor de eerste twaalf jaar van het boek, dat zich afspeelt tussen 1957 en 1987, komen de geluiden uit het mono-archief van de Nederlandse Radio Unie, dat ruim 10.000 oude opnamen bevat. In de jaren vijftig en zestig op locatie opgenomen, veelal verdwenen geluiden: oude trams en treinen, de dorsvlegel, de koffiemolen, de kolenkachel, authentiek geroezemoes in een restaurant uit 1962.

Frans Veen neemt de tram.

Te Nuyl: "Voor de kantoorgeluiden hebben we zelf een week lang het geluid van oude typemachines, stencilapparaten en perforators opgenomen." Ter Braak: "En vergeet het dichtschuiven van zo'n stalen archiefkastlade niet."

Er is ook ander geluid. Als Voskuil beschrijft hoe de omgeving op zijn hoofdpersoon inwerkt, vraagt dat geen realistisch geluidsdecor, maar het geluid dat Maarten Koning hoort. Te Nuyl: "Als Maarten hoofdpijn heeft, bijvoorbeeld, beïnvloedt dat zijn gehoor. Bij toeval vond ik een geweldig geluid tijdens het opnemen van de hoorspeltune. Die tune is een door Voskuil zeer geliefd nummer van Jimmy Scott in de bewerking van Sidney Bechet, gespeeld door de Beau Henks. Bassist Gert-Jan Blom had ook nog een zingende zaag bij zich, dat bleek het perfecte hoofd-pijngeluid."

Tune van Het Bureau.

Geluid- en hoorspelregisseur Peter te Nuyl kan er gepassioneerd over praten. Over hoe geluid de fantasie meer prikkelt dan beeld. Over audiodrama met geluiden die weliswaar uit de werkelijkheid afkomstig zijn, maar in de kunstmatige context van een hoorspel een eigen werkelijkheid ontwikkelen. Over het zoeken naar de balans tussen de realistische eisen die dit boek hem soms stelt en zijn overtuiging dat realisme "de dood in de pot is".

In Het Bureau heeft geluid meer betekenis als interpunctie, of als element dat de stemming van de hoofdpersoon verklapt. Te Nuyl: "Voskuil weet ook dat de perceptie van geluid een hoogst persoonlijke aangelegenheid is. Hij beschrijft veelvuldig wat Maarten Koning hoort en hij laat hem zelfs dromen in geluid."

Het hoorspel, dat in Nederland nog te vaak met de onvermijdelijke windmachine en grindhak geassocieerd wordt, heeft zich de afgelopen 25 jaar onvoldoende ontwikkeld. Anders dan in buurlanden als Engeland, Frankrijk en Duitsland is er bij ons geen bloeiende radiodrama-cultuur waardoor bijvoorbeeld de ontwikkeling van de geluidstaal is achtergebleven.


Archiefkasten van Het Bureau
Hij trok een willekeurige bak open en schoof hem langzaam weer dicht.
Buitenrust Hettema keek hem enigszins bevreemd aan.
"Maar dan heb je toch een lijst van trefwoorden?"
"Nee. In principe staat ieder woord erin."
Deel 1, pagina 549/550.

Te Nuyl: "Je hoeft niet eerst voetstappen en een piepende deur te horen om te begrijpen dat er iemand binnen gekomen is." Ter Braak: "Nou, ik moet bekennen dat ik daar eerst wat moeite mee had. Deuren vind ik heel belangrijk; een deur die prettig in het slot valt is een fijn geluid. Maar het is waar, als je twee mensen met elkaar in gesprek hoort en er is plotseling een derde hij, dan kan die niet anders dan door de deur zijn binnengekomen. In je hoofd bedenk je er je eigen deuren-geluid bij." Te Nuyl: "Hoe vaak hoor je een deur in het echte leven? Wel het achtergrond geluid als de deur even open is. Dus als Maarten in gesprek is met Bart Asjes en je hoort de hond van Tjitske van den Akker in de verte blaffen en vervolgens de stem van Ad Muller, dan weet je dat de deur even open is geweest."

Maarten in gesprek met Bart en u hoort de hond van Tjitske en vervolgens Ad.

Nog een anekdote over deuren. Krijn ter Braak, die de hoofdrol van Maarten Koning vertolkt: "Het was een bijzondere ervaring toen we bij Voskuil thuis het geluid opnamen hoe ik met zijn sleutelbos de voordeur openmaakte. Ik deed m'n best om op de manier van Maarten Koning aan te komen lopen en de sleutel in het slot te steken. Terwijl Voskuil toekeek! Hij vond vooral mijn slentertje heel goed. Een bizarre middag."

Ter Braak beleeft veel speelplezier aan zijn rol. "Ik ben niet eerder een romanfiguur tegengekomen die zo goed en geestig de kleine misverstanden in het leven onder woorden brengt. De listen en lagen van de vriendschap kennen we allemaal."

Dat het bij het acteren soms lastig is dat hij de schrijver persoonlijk kent, geeft Ter Braak toe. "Een beetje wel, hoewel Voskuil nog altijd volhoudt dat de figuur uit zijn boek niet puur autobiografisch is. Ik zit tussen twee vuren; de opvatting hoe Maarten Koning is volgens Te Nuyl en hoe volgens Voskuil. De laatste wil me nog weleens een tip geven. Maar Te Nuyl beslist.”

Voor zijn interpretatie van Voskuils alter ego is de acteur zelfs weer aan de pijp gegaan, na dertig jaar niet gerookt te hebben. Ter Braak: "Ik werd er de eerste dag erg misselijk van. We hebben het uitgebreid opgenomen en nu ligt het vast. Dus kan ik bij verdere opnamen de pijp in m'n mond houden, maar hoef ik niet echt te roken.”

Wie de rol zou kunnen spelen van de eigenzinnige meneer Beerta, tot 1964 directeur van Het Bureau, was lange tijd een vraag. Te Nuyl: "Ik had iets in m'n hoofd na het lezen van het boek, en ik heb Voskuil erover gevraagd. Bovendien vond ik de stem van de echte Beerta, Piet Meertens, terug in het radioarchief. Uiteindelijk bleek Joop Keesmaat hem het beste te kunnen spelen.”

Joop Keesmaat Joop Keesmaat

Bij aflevering 474 zullen er niet minder dan 734 sprekende personages op band staan, vertolkt door 350 acteurs. En hoewel Voskuils romancyclus een periode van dertig jaar beslaat - van Konings eerste werkdag in 1957 tot zijn pensionering in 1987 - is dat aan de stemmen niet te horen. Te Nuyl: "Stemmen verouderen niet.” Of de luisteraar al die stemmen uit elkaar zal kunnen houden is niet noodzakelijk, denken de hoorspelmakers.

Ter Braak: "Voskuil zelf beschrijft zijn roman als een concert. Maarten Koning is de solist. Alle andere personages vormen het orkest. Ze zijn er in dienst van die solist, De Koning.” Te Nuyl: "Bovendien is de dramaturgie van Voskuil niet causaal; er gebeurt in, dertig jaar niks. Dat vind ik juist zo aantrekkelijk. Je hoeft als luisteraar geen verhaal te volgen, het zijn situaties, brokstukken, flarden.”

De dramaturgie van Het Bureau staat in het zevende en laatste deel van de roman in één zin gevat, volgens de regisseur. "Als dit nu eens de zin van het bestaan was: het waarnemen van, kleine variaties in steeds hetzelfde stukje van de wereld waar je toevallig woonde.”

Te Nuyl: "Juist die dramaturgie van stilstand en minimale variaties op steeds hetzelfde thema maken dit boek zo geschikt voor een lange hoorspelserie. Het is geen verhaal waarbij iedereen die opkomt een onmisbare rol speelt. In het echt kom je toch ook wel eens iemand tegen die je daarna nooit meer spreekt Toch doet die ontmoeting even iets.” Ter Braak: “Als je een aflevering mist zit je er bij de volgende zo weer in. Al na twee zinnen.”

J.J. Voskuil over Het Bureau als hoorspel

J.J. Voskuil

J.J. Voskuil.

Wat was uw eerste reactie op het plan om Het Bureau tot hoorspel om te smeden? Voskuil: "De verzekering van Ter Braak en Te Nuyl dat ze het boek intergraal en zonder veranderingen voor de radio wilden brengen, nam mijn reserve weg. Bovendien bleek daaruit dat ze lef hebben en daar ben ik gevoelig voor.”

Bent u een hoorspel-liefhebber? "Ik luister zelden naar de radio en ben geen liefhebber van hoorspelen. De enige hoorspelen die ik in mijn leven beluisterd heb zijn Ome Keesje en De familie Doorsnee. Overigens is dat geen afkeer, maar tijdgebrek.”

Op welke manier staat u de makers bij? "Doordat de beschrijvingen in een hoorspel wegvallen, komen de dialogen soms in de lucht te hangen. In die gevallen vul ik ze aan, maar dat zijn uitzonderingen.

Hoe vindt u Het Bureau als hoorspel klinken? "Na het beluisteren van de proefopnamen realiseerde me pas hoe belangrijk de toon is. Ik leefde met de veronderstelling dat ik door de gedetailleerdheid zo'n dicht net rond de menselijke verhoudingen had geweven, dat de karakters daar niet meer uit konden ontsnappen. Daarin heb ik me vergist.

Tussen de Maarten van Krijn ter Braak en de Maarten zoals ik die zie, bestaat een groot verschil Die van Krijn is autoritair, humeurig, opvliegend, de mijne is ironisch„ bedachtzaam, bij vlagen boosaardig, en onderkoeld.

Dat zijn twee interpretaties die elkaar niet verdragen en waarvan de. eerste onherroepelijk tot problemen moet leiden: in de verhouding tussen Maarten en Balk, tussen Maarten en Beerta (Beerta zou met zo'n Maarten nooit vertrouwelijk worden), tussen Maarten en zijn schoonmoeder (die zouden elkaar niet liggen), tussen Maarten en Frans Veen (die zou wegblijven), enzovoort.

Of ik Krijn daarvan overtuigd heb, weet ik niet. Dat zal moeten blijken. Voor mij raakt het de kern van mijn boek. Iets dergelijks geldt ook voor andere karakters (de schoonmoeder van Maarten, de vader van Maarten), maar daar tegenover staan ook karakters waarin ik mijn opvatting redelijk (Nicolien), goed (Beerta), of zelfs verbluffend goed (Frans Veen) terugvind.”

Hoort u tijdens het schrijven van dialogen de stemmen, in uw hoofd? "Tijdens het schrijven hoor ik de stemmen in mijn hoofd, maar ik kan ze niet reproduceren door ze geluid te geven. Als acteur zou ik maar een beperkt repertoire hebben, maar misschien geldt dat voor alle acteurs. Als dat zo is, dan legt dat een zware hypotheek op de casting.”