
Middag zonder einde
Gedurende een eindeloos schijnende zondagmiddag gaat het huwelijk van twee mensen van in de veertig zijn ondergang tegemoet. Dat zij in hun kraakheldere suite pingpong spelen, symboliseert het "zindelijke" van hun bestaan. Ze laten geen sporen achter, evenmin als de pingpongballetjes dit ooit deden op het door geen kinderhand bevuilde behang.
De barsten in de situatie verbreden al dadelijk. Verwacht bezoek komt niet opdagen. Kan de man zich in zijn beroep dat hij enkel als sport opvat, handhaven? Maar reeds werpt een Strindbergiaans conflict zijn schaduw vooruit tijdens het griezelige poppenspel. Een nieuw hoogtepunt: passerende trucks suggereren het geweld van oprukkende tankformaties.
Men sluit, radeloos vereenzaamd, de gordijnen, zet de radio aan, - een waarlijk spookachtige scène. De eigenlijke crisis brengt de bittere erkenning, dat alle woorden maar een maskerade zijn geweest, dat de mens meer is dan zijn woord. Het gezwel breekt door: "Ik wil dat het leven met mij afrekent tot op het bot!" De catastrofe voltrekt zich tijdens het laatste telefoongesprek. De hulpeloze poging om het onafwendbare te verbloemen, vindt geen repliek. De bal wordt niet meer teruggeslagen.
Ter illustratie een fragment.
De rolverdeling.
Johan Walhaim | Eduard Belbruck |
Eva Janssen | Giesa Belbruck |
Dries Krijn | Merlon |
Trudy Libosan | De pop Piko |
Corry van der Linden | De pop Uschi |
Jan Wegter | De pop Langenberg |
Auteur: | Martin Walser |
Vertaling: | W.M. van Kalmthout |
Regie: | Léon Povel |
Inspiciënt: | André du Bois |
Omroep: | KRO |
Uitzending: | 18-12-1964 |
Speelduur: | 50 minuten |
Genre: | Relaties |