
Ik loop allenig achter de kist
KRO-gids, 2 februari 1964.
Zondagavond 2 februari 1964 zal de luisteraar geen hoorspel van de gebruikelijke lengte aantreffen, maar een spel van een kwartier, geschreven door Susanne Gebert-Regehr in het Berlijnse dialect en door onze regisseur Léon Povel in het Nederlands vertaald en geregisseerd. Ditmaal had Léon Povel het wat gemakkelijker dan anders, want zijn spelersmateriaal had hij nu eens niet in de studio, maar thuis.
Het hoorspel is de monoloog van een een kind en wordt uitgevoerd door Winfried Povel, de twaalfjarige zoon van de regisseur. In dit experiment zijn heel wat uren van repetitie en opnamen gaan zitten, maar Léon Povel gelooft, dat de opname die zondagavond de ether in gaat aan de te stellen eisen voldoet.
Onderwerp van de monoloog is de Berlijnse muur en de scheiding die deze heeft veroorzaakt tussen het kind Hans en zijn speelmakker Paultje, die aan de andere kant van de muur woont.
Het leek ons een aardige gedachte Winfried Povel zelf aan het woord te laten over de uitzending. Wij doen dit aan de hand van een door hem geschreven brief, die u onderaan de pagina kunt aantreffen.
Ter illustratie een fragment.
De rolverdeling.
Léon Povel | Inleiding |
Winfried Povel | Hans |
Auteur: | Susanne Gebert-Regehr |
Vertaling en regie: | Léon Povel |
Omroep: | KRO |
Uitzending: | 02-02-1964 |
Speelduur: | 15 minuten |
Genre: | Monoloog |
Klik op de afbeelding voor een vergroting.